- Home
- Wat doen wij
- Chirurgie
Castratie hond
Sterilisatie hond
Castratie kat
Sterilisatie kat
Keizersnede
De geboorte van puppy’s is altijd een blijde gebeurtenis. De geboorte verloopt gelukkig meestal
goed. Soms echter ontstaan er problemen waardoor ingrijpen noodzakelijk wordt.
Als na een voldragen dracht de partus (geboorte) begint, zien we vaak dat de teef wat onrustig wordt en een
nestje gaat bouwen om de jongen op de wereld te zetten. Wanneer het nestje klaar is, gaat ze liggen
en komen de weeën goed op gang. Wanneer alles verloopt zoals het zou moeten, komen de pups
een voor een ter wereld. Tussen de verschillende pups kan wat tijd zitten. De partus is een zware
inspanning voor de teef (en de poes), waardoor het kan voorkomen dat ze tussen twee pups in een
pauze neemt, soms gaat de teef dan ook even slapen.
Soms gaat het niet goed. Zo kan het zijn dat een puppy verkeerd ligt of te groot is om op de gewone
manier ter wereld te komen. We zien dan dat de teef hard aan het persen is maar dat er geen
vordering is. Dat mag een half uur duren, anders is het verstandig om met de teef (of poes) langs te
komen voor een controle. Veel mensen hebben daar wat moeite mee omdat ze de teef en de
eventuele kleintjes niet willen verplaatsen in verband met de stress. Echter wanneer er snel moet
worden ingegrepen, dan is het beter als de teef al op de praktijk is. Daar winnen we veel tijd mee en
dat kan het leven redden van de andere puppy’s in de buik.
Het kan ook zijn dat de teef lang zachtjes blijft persen zonder dat er vooruitgang komt. Mogelijk heeft
de teef dan last van weeënzwakte. Vaak controleren we dan eerst het calciumgehalte in het bloed.
Als dit normaal is dan heeft ze een injectie met oxytocine (“piton”) nodig om de weeën op te
versterken .
Met een echo kunnen we de puppy’s in de baarmoeder goed zien. We kijken of er een hartactie is en
of verder alles er goed uit ziet. Je kunt ook een redelijke inschatting maken over hoeveel puppy’s er
in de buik zitten, maar dat is niet altijd even betrouwbaar. Een röntgenfoto levert daar meer
zekerheid over, mocht de eigenaar dat willen weten.
Als er uiteindelijk een keizersnede gedaan moet worden, is er vaak spoed bij. Dat houdt in dat er een
goede organisatie vereist is. Eerst wordt alles klaargezet en wordt de buik van de teef geschoren. Dan
krijgt de teef een lichte narcose, eventueel via een infuus. Ook wordt ze geïntubeerd, zodat we zo
snel mogelijk met gasnarcose kunnen starten zodra het kan. De narcose zal aan het begin van de
operatie minimaal zijn en wordt dus aangevuld met een lokale verdoving om de teef geen pijn te
laten lijden. De narcose is zo licht omdat de puppy’s ook narcosemiddel binnen krijgen en dat willen
we minimaliseren. Dus vanaf het moment dat de narcose gegeven is, moet de eerste pup zo snel
mogelijk uit de buik gehaald worden. Als de puppy’s geboren worden, krijgen ze een druppel tegengif
in de bek om de binnengekregen narcose weer op te heffen. Ook wordt overtollig slijm uit de keel
gezogen.
Tijdens de operatie worden de puppy’s uit de baarmoeder gehaald en aan de assistentes over
gedragen. Zij verzorgen de puppy’s en houden ze in de gaten.
Als alle puppy’s eruit zijn, wordt de baarmoeder goed gecontroleerd. De moederkoeken die los zitten
worden verwijderd. Voor de operatie wordt afgesproken of er mogelijk nog een nieuwe dekking gaat
komen of dat de moeder gelijk gesteriliseerd kan worden. Als de teef nog vaker gedekt gaat worden
dan wordt de baarmoeder dicht gehecht, anders worden de baarmoeder en de eierstokken
verwijderd.
De moeder krijgt ook een tegengif en als ze goed wakker is, kunnen moeder en puppy’s weer naar
huis.
Maag- en darmoperaties
Het maagdarmstelsel is een orgaan dat het eten en drinken verwerkt. Regelmatig gaat het fout in het maagdarmstelsel. Klachten die we dan kunnen zien zijn braken en diarree. In de meeste gevallen gaat het dan om een maagdarmvirus (buikgriep) of om parasieten zoals wormen, Giardia of coccidiose. Een eenvoudige behandeling is dan vaak afdoende om de problemen te doen verdwijnen.
Daarnaast komen ook aandoeningen voor die meer serieus zijn en die een andere aanpak vragen. Voorbeelden daarvan zijn:
• Darm in darm instulping (invaginatie)
• Vreemde voorwerpen in maag of darmen die een verstopping geven
• Tumoren van de maag of in de darmen
Deze aandoeningen vragen om chirurgisch ingrijpen. Wanneer er een vreemd voorwerp (Corpus Alienum) in de darm zit, wordt de darm geopend ter hoogte van het corpus alienum en deze wordt verwijderd. De darm wordt daarna weer gesloten. Als de darm beschadigd is en niet meer goed kan herstellen, wordt er een stuk darm verwijderd en daarna wordt de darm weer aan elkaar gehecht. Dit wordt ook gedaan bij een lokale tumor in de darmwand.
Het hechten van de darm vraagt om speciale aandacht. Je wilt immers niet dat de darm gaat lekken. Dan komt er namelijk darminhoud (ontlasting) in de buik. Dat geeft een heftige ontsteking van het buikvlies. Dit is wel een van de complicaties die kunnen ontstaan bij darmoperaties. De verschijnselen zijn dan dat de patiënt eerst goed opknapt en dan plots, meestal 3-5 dagen na operatie, weer ziek wordt. De patiënt wordt slomer en kan weer gaan braken. Het is dan zaak om zo snel mogelijk weer contact met ons op te nemen.
Na de operatie krijgt u een brief mee waarop instructies staan. Deze gaan onder andere over het eten. De darm heeft natuurlijk een zwakke plek op de plaats van operatie. Daarom krijgt de patiënt speciaal voer mee. Daarvan mag in eerste instantie maar kleine beetjes van gegeven worden om de druk in de darmen zo laag mogelijk te houden. Daarnaast krijgt u medicijnen mee om de darmen te stimuleren om te blijven werken en een antibioticum kuur.
Bij grote rassen wordt vaak geadviseerd om preventief de maag vast te laten zetten, zodat de kans op een maagkanteling zo klein mogelijk wordt.
Blaasoperaties
Wanneer een dier terugkerende blaasontsteking heeft, is er mogelijk meer aan de hand dan een eenvoudige blaasontsteking. Dan gaan we op zoek naar de oorzaak van de blaasontsteking. Vaak komt dat neer op een echo van de blaas. Met deze echo kunnen we dan in de blaas kijken. Redenen voor een terugkerende blaasontsteking kunnen onder andere zijn:
• Blaasgruis
• Blaassteentjes
• Aangeboren uitstulping van de blaas (persisterende urachus)
• Blaastumor
Het komt dan ook regelmatig voor dat we moeten opereren om de problemen weg te nemen. Bij blaasstenen wordt de blaas geopend en de steentjes verwijderd. Daarna wordt de blaas weer gesloten. Bij een blaastumor wordt er gekeken naar de uitgebreidheid van de tumor. Wanneer deze niet over de hele blaaswand zit kan deze operatief verwijderd worden. De blaas wordt gesloten en het verwijderde deel wordt opgestuurd voor pathologie. Daar wordt dan gekeken of de gehele tumor is verwijderd.
Het kan voorkomen dat er complicaties ontstaan na operatie. Een complicatie kan zijn dat de blaas gaat lekken in de buik. Er komt dan urine in de buik vrij. Daar reageert het buikvlies op en er ontstaat een buikvliesontsteking. Dit merk je aan het dier doordat het eerst goed opknapt en dan plots weer ziek wordt. Het is dan zaak om contact op te nemen met de praktijk.
Na operatie krijgt u een brief mee waarin u gewezen wordt op zaken waar u op kan letten. Uiteraard geven onze assistentes u ook nog de nodige uitleg over wat u kunt verwachten van het herstel.
Hernia Perinealis Hond
Bij een hernia perinealis (breuk naast de anus) is de stevigheid van de spierige bekkenbodem verloren gegaan, waardoor er ernstige problemen ontstaan met het produceren van de ontlasting. Het komt met name voor bij oudere (niet gecastreerde) reuen. Ze gaan vaak zitten in poephouding voordat er uiteindelijk iets uit komt. De ontlasting gaat dan net voor de anus in de endeldarm uitpuilen op de plek waar de spieren zwak zijn. Dit is erg oncomfortabel en pijnlijk. Dit verlies van stevigheid kan links, rechts en aan beide kanten optreden. Dit kan alleen worden hersteld met een operatie. In de breuk zit meestal vet, maar ook b.v.de (vergrote) prostaat of de blaas kan hierin klem komen te zitten. Dit kan er voor zorgen dat uw dier niet kan plassen.
Tegelijkertijd wordt geadviseerd om uw dier te castreren. Zeker als de prostaat al vergroot is.
Normale anatomie. Spieren 1,2 en 3 vormen samen de spierige bekkenbodem
Bij een hernia perinealis puilt er vaak vet (4) uit de bekkenholte naar achter
Voorbereiding
Ter voorbereiding op de operatie mag uw dier 24 uur niet eten. De 3 dagen daarvoor mag hij alleen blanke vla eten. Het is verstandig om de dag van de operatie uw dier goed uit te laten. Dit alles om te zorgen dat de kans zo klein mogelijk is dat het operatie gebied vies wordt door ontlasting die uit de anus komt tijdens de operatie.
De dag voor de operatie wordt er gestart met antibiotica.
Operatie
Een hernia perinealis zal nooit verdwijnen zonder operatie; van uitstel wordt de situatie eigenlijk alleen maar slechter. De operatie is er op gericht de stevigheid naast de anus te herstellen en de breuk spanningsvrij te sluiten. Hierbij verplaatsen we een spier die naar het achterbeen loopt naar de sluitspier. Soms komt het voor dat deze spier onvoldoende ontwikkeld is en daardoor onvoldoende stevigheid biedt. Dan moeten we overgaan tot het plaatsen van een soort breuknetje.
De breuk is aan de linkerkant gesloten
Hoewel het een ingewikkelde operatie is, herstelt het grootste deel van de honden snel.
Nazorg
Na de operatie mag uw dier niet aan de wond likken of krabben. De hechtingen worden na 10 dagen verwijderd. Na een maand controleren we via de anus of de operatie geslaagd is. Tot die tijd adviseren wij om uw dier een laxeermiddel te geven om zo de ontlasting tijdens het herstelproces zo zacht mogelijk te houden.
Huidreconstructie technieken
Op moment dat we een huidtumor volledig willen verwijderen, kan het zijn dat de wond die daarna overblijft zo groot is dat deze niet gesloten kan worden. Dan zijn er verschillende technieken die we in kunnen zetten om zo’n wond toch te sluiten zonder dat er teveel spanning op de wond staat. Deze technieken zijn tevens inzetbaar als er verwondingen door andere oorzaken, zoals trauma, zijn ontstaan. Bij teveel spanning op de wond is de kans groot dat deze open gaat en dat een deel van de huid afsterft, waardoor de wond nog groter wordt.
Gebruikte methodes:
- Plastiek: in de buurt van de wond waar meer huid is maken we een nieuwe wond ( soort ontspanningssnede), waardoor de oorspronkelijke wond zonder spanning gesloten kan worden. De tweede( gemaakte) wond kan door de plek waar deze zit makkelijker zonder spanning gesloten worden. Bijvoorbeeld V-Y plastiek
- Huidflap: in de buurt van de wond, afhankelijk van de locatie, wordt een stuk huid die aan 3 zijden is losgemaakt van het onderliggende weefsel, in de wond gedraaid en daar vastgehecht.
Bijvoorbeeld : liesplooiflap
Ooglid correcties
Er zijn verschillende oogafwijkingen die operatief gecorrigeerd dienen te worden als het dier er last van heeft. Bij klachten zie je rode, natte en geïrriteerde ogen. In de ooghoek kan een (vieze) traanstreep te zien zijn. De hond (of kat) knijpt mogelijk met het oog en soms zien we beschadigingen van het hoornvlies.
Deze oogafwijkingen kunnen bijvoorbeeld operatief gecorrigeerd worden:
- Entropion ( het naar binnen krullen van een ooglid)
- Ectropion ( het naar buiten omkrullen van een ooglid) en/of te ruime oogspleet
- Cherry eye ( de klier in het derde ooglid is vergroot en puilt hierdoor naar buiten, waardoor het derde ooglid omklapt)
- Eversio mebrana nictititans ( het kraakbeen in het derde ooglid heeft een knik waardoor het naar buiten klapt)
- Tumoren van de oogleden
Dit gebeurt met verschillende technieken, aangepast op de afwijking en het dier.
Meestal is na de operatie het dragen van een kap noodzakelijk voor ongeveer 10 dagen. Tijdens deze periode moet het oog meerdere malen per dag gezalfd worden.
Het BOS syndroom
Met het brachycephalic obstructive airway syndrome (=BOS) bedoelen we de verschillende afwijkingen die voorkomen bij kortschedelige honden (vooral bulldoggen) en die samen tot een bemoeilijkte ademhaling kunnen leiden. De klachten kunnen variëren van licht snurken tot ernstige benauwdheid door obstructie van de luchtwegen.
Bij deze honden zien we vaak:
• te nauwe neusopeningen,
• te volle neusholte,
• te lang zacht verhemelte,
• smalle keelgang,
• te klein strottenhoofd,
• te kleine luchtpijp.
Samen veroorzaken deze onvolkomenheden ervoor dat de honden harder aan de inademingslucht moeten "zuigen" dan normaal. Hierdoor ontstaan de kenmerkende snuivende en/of snurkende geluiden. Door de vernauwde neusgaten bijvoorbeeld zal de ingeademde lucht door een kleinere opening naar binnen moeten. Vergelijk dit met ademen door een rietje.
Brachycephale rassen zijn veel gevoeliger voor oververhitting. Omdat hijgen het enige mechanisme is voor een hond om warmte kwijt te raken zal bij een kortsnuit het hijgen tot meer zwelling van de voorste luchtwegen lijden en de toch al bemoeilijkte ademhaling nog moeilijker maken met een nog groter zuurstoftekort als gevolg. Brachycephale rassen hebben ook een verhoogd narcoserisico doordat de luchtwegen dan nog verder kunnen vernauwen. Wanneer een kortsnuitige hond onder narcose gaat zal hij ten alle tijden geïntubeerd moeten worden, zodat een voldoende ruime luchtweg gegarandeerd wordt.
Er is een te lage onderdruk in strottenhoofd en luchtpijp bij het inademen, waardoor er een soort "kraakbeenmoeheid" ontstaat. Hierdoor kunnen uiteindelijk ernstige vormveranderingen van het strottenhoofd (larynx) en luchtpijp (trachea) ontstaan. Het ademen wordt daardoor nog moeilijker en de hond wordt nog benauwder. Dit is de reden dat een operatieve ingreep het liefst op jonge leeftijd uitgevoerd wordt om dit zoveel mogelijk te beperken.
Operatie
Bij de operatieve behandeling van het BOS syndroom maken we de neusopeningen wijder en korten we indien nodig het te lange verhemelte in. Vaak geeft alleen de correctie van de neusvleugels al verbetering, vandaar dat dit als eerste wordt gedaan.
Bij de operatie van de neusopeningen wordt er een "taartpuntje" uit de neusvleugel gesneden. Na het hechten van het wondje, is de neusopening direct al veel wijder. Deze ingreep voeren we altijd aan beide neusopeningen uit.
Hieronder ziet u een afbeelding van een hond voor en na een ingreep aan de neusvleugels.
Voor de meeste honden betekent dit ( na 1 of beide operaties) een enorme toename van de kwaliteit van leven. Ze zijn niet meer benauwd en hebben een beter uithoudingsvermogen.
Een deel van de honden kunnen wij helaas niet helpen. Als de afwijkingen aan het strottenhoofd zo ernstig zijn geworden dat dit helemaal is "dichtgevallen" (larynxcollaps), kan dit niet meer verholpen worden.